Op 4 juli 1957 maakte de wereld voor het eerst kennis met de Fiat 500. Het exemplaar dat wij in de werkplaats hadden, hebben we flink onder handen genomen en voorzien van een gloednieuwe laklaag.
De grootvader van de stadsauto
Als introductiestunt reed in 1957 een stoet van de minuscule autootjes – met elk een beauty queen aan boord – de fabriek uit in Turijn. Tegelijkertijd reed eenzelfde stoet in Rome richting het Sint-Pieterplein. De Fiat 500 werd gezien als de eerste echte stadsauto. Met nét geen drie meter lang en een 479 cc tweecilinder onder de motorkap (achter), hield het wagentje in meerdere opzichten niet over, maar eerlijk is eerlijk: hij paste werkelijk overal tussen. Alhoewel de verkoop maar moeizaam op gang kwam – de vroege Fiat 500 was erg karig uitgerust – bleef het model uiteindelijk 18 jaar in productie, en gingen ze als warme broodjes over de toonbank.
Een nieuw verkoopsucces
Precies 50 jaar na de introductie van de ‘Nuovo 500’, introduceerde Fiat in 2007 nóg een ‘Nuovo 500’. Hoewel je de originele Fiat 500 nog maar weinig ziet op de Nederlandse wegen, rijdt zijn modernere broertje inmiddels ook alweer meer dan een decennium in groten getale rond. Gezien de immense populariteit van het karretje ziet het er niet naar uit dat ‘ie snel uit het straatbeeld zal verdwijnen.
